Mag ik je een brasa geven?

Gepubliceerd op 24 juni 2024 om 20:50

 

Na 16 jaar ga ik haar vertellen dat ik weg ga. Ik verwacht taferelen want bij deze dame, die van de vuilniszakken, is een beetje drama niet vreemd.

Maar als het hoge woord eruit is accepteert ze het vrijwel onmiddellijk. Ze wil nog wel mijn adres zodat ze me een kerstkaart kan sturen.

Over twee weken kom ik dan echt voor de laatste keer.

Ik neem een cadeautje mee en gebakjes.

Ze zit er vrolijk bij en we halen herinneringen op.

We hebben onze strijd gehad, want ik kon best wel eens “streng” zijn, zoals zij dat noemt. Maar we hebben ook veel gelachen. Zoals die keer dat we naar de rechtbank gingen en ik mijn auto niet kwijt kon en tussen heel veel auto’s in, achteruit moest rijden. Langzaam, scheef en slingerend. Ze heeft blauw gelegen. ‘Of ik mijn rijbewijs bij een pakkie boter had gehaald?’, vroeg ze me toen.

Of toen ik 4 meter verderop ben gaan zitten toen ze in de drukke wachtkamer van het ziekenhuis tegen een voorbij lopende arts luid riep dat hij een lekker kontje had.

Om je dood te generen!

En die laatste keer dat ik haar meenam om een begeleid wonen project te bekijken. ‘Ik wil hier nog niet dood gevonden worden!’ riep ze middenin die groep.

Mijn nieuwe baan vindt ze maar niets. Ze heeft nooit iets te maken willen hebben met sterfelijkheid. ‘Dat jij dat kan!’ zegt ze vol verbazing. Maar als ik vertel dat ik vooral met de “levende” mensen ga werken, begint het al wat minder spannend te worden.

Ze heeft een cadeautje voor me gekocht. Ik moet mijn ogen dicht doen ‘Ik had geen inpakpapier’ zegt ze. En als ze mij iets in mijn handen legt doe ik ze open. Het is een parfum. ‘Bij de Wibra gekocht’ zegt ze. ‘Daar hebben ze de allerbeste luchies.’ Ik bedank haar voor dit lieve gebaar en moet even iets weg slikken. Zij heeft er niet zo’n last van en als we ons gebakje op hebben krijg ik drie kussen op mijn wangen en zwaait ze me vrolijk uit.

Mijn lieve cliënt uit Curacao is daar op vakantie. Op mijn allerlaatste dag is ze weer in het land en ga ik naar haar toe.

Ze weet nog van niets. Maar aangezien het bij de vorige dame reuze meeviel zal dat nu ook wel zo zijn.

Ze vertelt vrolijk over haar avonturen en ik moet er smakelijk om lachen want de manier waarop zij haar verhalen vertelt zie je alles voor je. Bovendien heeft ze zoveel zelfspot waardoor haar “beperking” niet alleen een last is maar ook iets om over te lachen. Ze begrijpt de dingen iets minder vlot waardoor ze regelmatig in gekke situaties komt. Haar schaterende lach komt rechtstreeks je hart in.

Ze heeft een sleutelhanger voor me gekocht. De lieverd.

En dan moet ik het toch echt gaan vertellen.

Ik zie haar hele gezicht vertrekken, ze buigt haar hoofd en probeert haar tranen te bedwingen. Dat lukt haar niet en ik zie ze over haar wangen biggelen. Ik schrik er van want ik heb haar nog nooit zien huilen. Ik schiet ook vol en samen huilen we.

Ze kan niets meer uitbrengen. Ook dat heb ik in de afgelopen 14 jaar nog nooit meegemaakt.

Als ik tegen haar zeg dat ze een ander nummer van mij krijgt en dat ik contact met haar ga houden verschijnt er weer kleine lach op haar gezicht.

‘Dan gaan we ook nog wel afspreken toch?’ Vraagt ze me. ‘Zodat we even echt kunnen praten?’ Ja, dat gaan we gewoon doen zeg ik haar. En dan is het over. Ze droogt haar tranen en herpakt zichzelf. Ook bij haar kom ik later nog even terug om echt afscheid nemen.

Vandaag is het zover. Als ze de deur opendoet zegt ze dat ze twee weken lang niet aan me gedacht heeft. ‘Want als ik niet aan jou denk wordt ik ook niet verdrietig.’ Het is een kinderlijke logica die mijn hart bijna breekt.

Ik heb pasta meegenomen, dat heb ik vaker gedaan.

Haar zoon en haar kleinzoon, beiden jonge twintigers, zijn gek op mijn pasta. Sterker nog, ze maken er ruzie om. Als de een er eerder bij is dan de ander krijgt de winnaar er van langs omdat hij het alleen heeft opgegeten. Daarom verdeeld ze het nu in twee bakjes zodat ze beiden wat hebben. Het eerste wat deze twee vroegen toen ze hoorden dat ik er mee ging stoppen: ‘Komt ze dan ook geen pasta meer brengen?’

Ik verzeker haar en de mannen dat ik mijn pasta nog steeds langs zal komen brengen.

Ze kletst honderduit en ze moet haar afwas nog even afmaken. Ik zie wat ze doet, ze probeert “het moment” uit te stellen. Uiteindelijk zeg ik dat ze moet gaan zitten want ik heb cadeautjes voor haar. Ik geef haar de pakjes en een boekenlegger waarop ik iets heb geschreven. Als ze begint te lezen roept ze ‘Ik ga niet lezen, nee hoor, ik ga niet lezen!’ Ze moet er van huilen en dat wil ze niet. Toch leest ze verder. De tranen stromen en weer stopt ze om te zeggen dat ze niet wil lezen. Ik slik, maar kan mijn tranen ook niet bedwingen.

Als ze toch alles heeft gelezen staat ze op en zegt ze dat ze me een brasa wil geven.

‘Dit is geen vaarwel’ verzeker ik haar.

Ze is blij met haar cadeautjes en moet hard lachen om de chocolade reep met de tekst: “voor als je je (choco) lonely voelt zonder mij” Maar ook omdat ze weet, dat ik weet, dat ze eigenlijk helemaal geen chocola mag hebben vanwege haar diabetes en ik haar altijd streng toesprak als ze weer illegaal had zitten snoepen.

En dan ga ik nu toch echt weg. Als ik de deur open roept ze: 'wacht!' Ze pakt nog iets en geeft me een rood hart met een tekst. Het komt van haar kerk, en het is haar manier om te zeggen wat ze voelt. En ja, weer schiet ik vol. Na nog een laatste brasa zwaait ze me uit.

Ik stop niet helemaal, drie cliënten hebben een pgb aangevraagd en zijn met me mee gegaan. Als zzp’er blijf ik hun voorlopig begeleiden.

Na 16 jaar bouw je iets op met mensen. Je maakt samen lief en leed mee en hebt vertrouwen opgebouwd. Voor deze doelgroep van mensen met een licht verstandelijke beperking en/of een achtergrond met veel trauma is vertrouwen niet vanzelfsprekend en dat wil ik bewaken.

En daarnaast vind ik het stiekem ook wel fijn om nog niet helemaal te hoeven loslaten.

Ze denken met me mee als ik probeer uit te vogelen hoe ik het ga combineren met mijn nieuwe baan. Ze zijn bereid om iets aan aandacht in te leveren. dat is lief en hartverwarmend.

En dus ben ik nu uitgeroepen tot ceremoniemeester want er gaat getrouwd worden. Joh, ik had toch nog niets te doen…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Corry Schipper
3 maanden geleden

Prachtig Maris ik moet er nu van huilen, wat prachtig en moeilijk tegelijkertijd,en effen tussen ons ik mis je ook allemaal 💋💋💋

Maris
3 maanden geleden

Ik mis jullie ook! ❤️💋