Ze is doodsbang. Zo bang, dat ze in een geen 20 jaar een voet over de drempel heeft gezet. Het zweet breekt haar uit zodra ze al denkt aan de geluiden die uit de kamertjes komen. Aan die stoel. Aan haar mond open doen.
De tandarts.
Ze lacht al jaren niet meer voluit. Ze schaamt zich voor haar tanden. Ze wilde er wel iets aan doen maar durfde nooit.
Toen wij vorig jaar kennis maakten was dat een bijzonder moment. Nog nooit had ze haar ziel durven blootgeven aan iemand. Je word tenslotte altijd weer gekwetst. Maar, zei ze later, met jou voelde ik meteen een klik. Dat was wederzijds. Ze vertelde over haar levenspad. Een verhaal met zoveel leed dat ik vaak heb moeten slikken om mijn eigen tranen te verbergen. Ze gooide haar verdriet er uit en bij het afscheid nemen kon ik niet anders dan haar een dikke knuffel geven. De maanden daarna vertelde ze verder en we gingen samen aan de slag om te bedenken hoe ze hier mee om zou kunnen gaan in het dagelijks leven. Hoe kan je er zelf voor zorgen dat het leed weliswaar blijft bestaan maar het niet je leven blijft beheersen. We zijn gaan onderzoeken wat haar blij maakt. Nieuwe tanden zei ze. Nou, dan gaan we er toch voor zorgen dat jij nieuwe tanden krijgt!
Ik heb gebeld met het CBT (centrum bijzondere tandheelkunde) Ze kreeg een formulier toegestuurd die we samen gingen invullen. Vragen over angst en wat een tandartsbezoek met je doet. Het formulier alleen al zorgde voor veel stress, dat ze moest nadenken over die stoel gaf haar beelden die ze liever niet zag.
Een grote bron van angst is onwetendheid. Als je niet weet wat er gaat gebeuren maakt dat onzeker en veroorzaakt dat gedachten die helemaal niet waar hoeven te zijn, maar hoe weet je dat als je niet word verteld hoe het dan wel zit? Ik vraag of dat voor haar ook geld. Dat was zo. We moeten dus gaan vragen of ze alles willen vertellen, elk instrument benoemen en elke handeling aankondigen.
We maken een afspraak bij de bijzondere tandarts.
Als ik haar ophaal vertelt ze me dat ze de hele nacht heeft wakker gelegen. Ik verzeker haar dat er vandaag niks gaat gebeuren, alleen een gesprek en eventueel even in haar mond kijken. Ze klemt haar arm om de mijne als we naar het ziekenhuis lopen. In de wachtkamer zit ze te bibberen. Dan word ze geroepen en ze kijkt me met angstige ogen aan, tegelijkertijd loopt ze met ferme stappen naar binnen, ze doet stoer, is gewend om voor anderen haar angst te verbergen.
De tandarts is een lieve vrouw die haar vraagt naar haar tandarts-verleden. Ze neemt de tijd en vraagt of ze op de stoel wil gaan zitten om even te kijken wat er zou moeten gebeuren. Alsof het niks is stapt ze op de stoel en ze maakt nog wat grappen tussendoor. Ik weet dat dit haar overlevingsstand is en steek even mijn duim op. Ik sta scherp en let goed op of ik moet ingrijpen en de tandarts moet vragen of ze haar handelingen wil benoemen maar de tandarts vertelt stap voor stap wat ze doet, dat is fijn! Het gaat goed. En dan is het alweer klaar en komt er een behandel plan. De tandarts wil nog een aantal tanden behouden maar zij wil dat niet. Ze wil er van af zijn. Er word uiteindelijk besloten dat ze onder narcose behandeld gaat worden en een heel nieuw gebit gaat krijgen.
Als we weg gaan is ze blij. Ze kan wel dansen, zo blij. Ze krijgt mooie nieuwe tanden waarmee ze weer kan lachen.
De afspraak daarop gaat ze happen. Dit is allemaal goed te doen voor haar. Omdat ik daarna een tijdje ziek ben moet ze de andere hap-sessie's alleen doen, maar dat doet ze zonder problemen. En dan is het wachten op de afspraak voor de grote dag. Het duurt een aantal maanden en we beginnen ons af te vragen of ze haar niet vergeten zijn. Ik mag nog niet bellen van haar, wacht nog maar even.. Aan het eind van het jaar wil ik toch even weten hoe het zit. In godsnaam, bel dan maar, zegt ze. Ze is bijna aan de beurt en is niet vergeten. En dan is het in Januari zover. Vrijdag de 10e. Het is mijn vrije dag en dat weet ze. Ik stel haar gerust en zeg dat ik met haar mee ga. Deze week krijgt ze de tijd te horen waarop ze zich moet melden.
Woensdag krijg ik een bericht. 6:45 uur.
Wat!!? Zijn ze helemaal gek geworden in dat ziekenhuis? Ze verontschuldigd zich, zegt dat ze heeft aangegeven om het zo vroeg mogelijk te doen want dan is ze er snel vanaf. Ik lach en zeg dat ik er weliswaar niet fris en fruitig bij zal lopen maar dat ik er zeker zal zijn.
Ik zet mijn wekker om 5:00 uur. Ja, 5:00 uur. Ik douche en eet en ga op pad. 'Ik ben gearriveerd' app ik. Ze komt naar beneden en ze wijst me op de volle wolven maan. Die bewonderen we eerst even. Dan stapt ze in en ik roep dat vandaag de dag is aangebroken dat ze alleen nog maar gaat lachen. Nou, dat was even een verkeerde binnenkomer want ze stroomt over van de stress. Door de feestdagen ben ik twee weken niet bij haar geweest en er speelt van alles wat haar heel hoog zit. Dat moet er eerst even uit. We hebben alle plek op de parkeerplaats want de dag is nog niet eens begonnen. Ze meld zich aan en we worden samen met nog 3 setjes in colonne naar het slachthuis gebracht. Ik benoem dat naar haar. Ze zegt 'Ik denk het, jij zegt het'. We wachten een kwartiertje en dan word ze klaargemaakt voor operatie. Dat gaat lekker vlot. Het blijkt toch wel een voordeel dat vroege gedoe. Mijn tas word gevuld met haar spullen en ik krijg te horen dat het bij elkaar ongeveer 2,5 uur gaat duren. Mijn gegevens worden genoteerd en er word gevraagd naar onze relatie. 'Mijn buddy' zegt ze. Da's een nieuwe die ik ga toevoegen aan al mijn andere functies. Het rustig-maak-pilletje komt lekker binnen en ze zweeft langzaam weg. 'Tot straks met je nieuwe lach' roep ik haar nog na als ze word weg gereden. Ze lacht. Dat is goed. Ik besluit naar huis te gaan in de tussentijd.
2 uur later ga ik weer op pad. Ik hoef maar 10 minuten te wachten voor ze de afdeling weer word binnengereden. Ze kletst gezellig met de verpleegkundige. Als ze mij ziet zwaait ze even en ik loop naar haar toe. De verpleegkundige zegt 'Ziet ze er niet geweldig uit?' Ik bevestig dat en roep 'Mens, wat heb jij een mooi smoeltje!'. Ze lacht maar heeft het zelf nog niet gezien. Op zaal maak ik meteen een paar foto's. Ze is razend-nieuwsgierig. Ze kijkt naar haar vermoeide hoofd. "Neehee negeren dat hoofd, kijk eens naar die tanden'. Ze vind het wel wat maar reageert nog wat suf. Ze eet wat vla en komt een beetje bij. Ik neem met haar de folder met aanwijzingen voor de verzorging door en benoem wat ze kan verwachten. Ze gaat naar de wc. En dan hoor ik vanuit de badkamer: "Oooo het is echt mooi Maris!!" 'Ja lieverd het is echt mooi'.
Ik bel haar zoon, alles is goed met mama. De foto's app ik naar mijn collega die haar zoon begeleid. Ze vind het leuk om haar reactie te horen. En dan is ze er wel klaar mee. Ze gaat zich aankleden en ik moet iemand roepen om te zorgen dat ze naar huis kan. Ik breng haar naar huis en zeg tegen haar zoon dat hij goed voor haar moet zorgen. Dat gaat hij doen, belooft hij. Ze knuffelt me en bedankt me dat ik er was. Dat is wat ik doe schat, er zijn. En ik krijg er nog voor betaald ook.
Reactie plaatsen
Reacties