Ruggenspraak

Gepubliceerd op 12 mei 2021 om 14:32

 

Waarschuwing:

Dit is niet bedoeld als klaagzang maar is het eigenlijk wel. Je kan nu nog afhaken.

 

Het was mijn rug en het hele gebiedje daaromheen die mij uiteindelijk de knoop deed doorhakken om het teveel aan kilo's rigoureus te gaan aanpakken. Ik zag mij in mijn 40s in een oud wijf veranderen. Vandaag de dag huppel ik weer door het leven! Probleemloos ren ik de trappen op en af, strik ik mijn veters en dans ik hele avonden de feestjes rond. Drie jaar lang heb ik geen serieuze rug problemen gehad. 

Tot vorige week Maandag.

KABANG "het" schoot er in. Ik kon geen kant meer op. muurvast! Shit! Hoe dan?

Ik sta mega scheef, de toren van Pisa is er niks bij. Ik kom ook niet meer recht, de pijn is niet te harden en ik strompel het huis door. Oké, ik moet cliënten en collega's bellen dat ik even twee dagen afwezig ben want zelfs zitten is niet te doen. Ik spreek af dat ik Donderdag weer van me laat horen. De ervaring leert dat ik binnen een paar dagen wel weer iets verbetering zal zien en dan hopperdepop weer verder.

Donderdag: Waar blijft die verbetering?  Mijn spieren gillen het uit en ik ga nu toch echt Kees Jan bellen. Ik zweer bij Kees Jan, mijn manueel therapeut die me al meerdere keren heeft gered. Ook Julia houd van Kees Jan en als ik mijn collega spreek dweept zij ook met deze manuele wonderdokter. Maar... Kees Jan is verdwenen! Niet meer werkzaam in Almere. Julia gaat meteen googelen. Hij is geëmigreerd naar Amsterdam! Dat is op zich niet echt ver weg maar wel als je je als quasimodo voortbeweegt. Ik bel de fysio. Volgende week Donderdag hebben we een plekje, wordt mij gezegd. Wat denkt die vrouw?! Kees Jan wist dat als ik belde, de nood ook echt hoog was en propte mij vervolgens wel ergens tussen. Maar ik krijg het niet voor elkaar en zeg haar met mijn laatste restje vriendelijkheid dat ik zelf wel even verder ga zoeken.

Ik surf soepel langs allerlei praktijken, aan mijn vingers mankeert gelukkig niks, en vind bij de sportschool verderop een ruggencentrum. Het verhaal spreekt mij aan en ik kan kiezen tussen twee therapeuten. Een sympathieke jonge gast en een Paul met kolenschoppen. Ik ga voor Paul. Ik moet appen, dat is tegenwoordig erg handig. Ik vertel in mijn app wat er aan de hand is en Paul belt mij binnen 10 minuten terug. Vandaag zit hij vol maar morgen ruimt hij een plekje voor me in. YES! En, mocht er vandaag nog iemand uitvallen dan belt ie me meteen. Kijk, Paul snapt het!

Vrijdag: Mijn lieve buurmeisje Soraya brengt mij en vind het helemaal geen probleem om heel hard te lachen om mijn quasimodo act. Ik laat me zijdelings uit de auto glijden en krijg het voor elkaar om weer op mijn voeten terecht te komen. Ik zwaai naar Soraya en "loop" langs de buiten-sportende allerfitste mensen van Almere. Dat moet er vrij lullig uit hebben gezien. Ik word naar boven gestuurd. 2 lange trappen op. Er is ook een lift. Ik neem de trap. Waarom vraag je je nu af? Ja, dat vraag ik me ook af. Wil ik mezelf niet laten kennen? Laten zien dat ik een bikkel ben? Weet ik veel, het is een raar soort zelfkastijding. Ik hijs me met behulp van de leuningen naar boven en laat me horizontaal op een bankje zakken. Er liggen kussentjes die ik dankbaar in mijn rug prop. ik kan me nog net inhouden om niet heel hard te gaan zuchten van verlichting. Ik krijg 5 minuten om uit te hijgen en weer op de wereld te landen.

Paul, een stevig brok energie, roept mij naar zich toe. Als het me is gelukt om overeind te komen en  twee stappen heb gezet roept hij 'Ja, ik zie het al!' Hij kijkt mij meewarig aan en roept dat hij mij gaat helpen. 'Kom maar heel rustig hier heen lopen',  roept hij bemoedigend en hij blijft staan waar hij staat. Ik roep terug; 'Ik loop normaal gesproken heel elegant hoor!' Hij lacht, 'voorzichtig, niet forceren' zegt hij.

Als ik bij hem ben aangekomen vraagt hij hoe ik boven ben gekomen. 'Euh, met de trap' Hij trekt zijn wenkbrauwen op en vraagt me waarom. Nu trek ik mijn wenkbrauwen op en zeg dat ik soms onbegrijpelijke dingen doe. Of ik sport? Ik krijg bij deze vraag altijd de neiging om mij te verdedigen. 'Ik doe aan kunst, dat is ook heel belangrijk' probeer ik. Ik maak altijd maar een grapje om daarna te kunnen zeggen dat ik sport het allerstomste van de wereld vind. Maar ik loop kilometers lang door musea en leuke stadjes. Dat telt ook. Vind ik. Paul vind het prima en maakt er geen probleem van. Ik moet vertellen over mijn rug-verleden, ik vraag hem of we er een borrel bij kunnen nemen. Scheef stuitje, instabiel bekken, versleten wervels en o ja, in de afgelopen drie jaar heb ik drie operaties gehad. Dat is funest voor elke rug verteld mijn nieuwe held. Al dat spierverlies en dan ook nog die gebrek aan-beweging-pandemie. Maar goed, daar kopen we niks voor, aan de slag! Hij trekt en rekt en ik kreun, steun en gooi er af en toe een teèering tussendoor. 

'Dan ga ik je nu vertellen wat er aan de hand is' zegt Paul. 'Tussen de 4 en 5e wervel puilt de tussenwervelschijf uit. Het gebied daaromheen is verdikt en geïrriteerd en dat drukt op je zenuwen.'  'Oké, en nu?'

'Jij hebt afgelopen dagen geprobeerd rechtop te lopen en te veel geforceerd, iets met een trap ook. Vanaf nu ga je liggen om te voorkomen dat het gebied nog meer geïrriteerd raakt'. Ik zit hem wat glazig aan te kijken want ik lig bijna op apegapen na al dat gesjor, en vind nu alles goed wat naar liggen klinkt dus ik vind het best. Dinsdag moet ik weer terug komen. 

Liggen is moeilijker dan je denkt. Niet te doen zelfs. Ik heb al dagen niet kunnen tekenen en schilderen. Niet goed voor mijn humeur. Maandag begin ik behoorlijk zenuwachtig te worden. Dit ben ik niet gewend. Al een hele week en geen enkele vooruitgang. Ik denk aan de cliënten die veel aandacht nodig hebben op dit moment, aan mijn privé mantelzorgtaken. Ik ben de hele dag aan het werk om mijn cliënten over te dragen aan collega's en om ze zelf even in te lichten. Hopelijk voor max. een week of twee. Daar ga ik voor.

Een van mijn cliënten zegt dat ze voor me gaat bidden. Dat doet ze door in de kerk een briefje in een doos te doen, niemand ziet mijn naam verzekerd ze mij. Alleen god. Die doos word in de fik gestoken en daarmee gaat de boodschap naar god. Ik vind het hartverwarmend.

Ik bel ook met de huisarts om even te sparren. Ik krijg een spierverslapper want elke spier in dit lijf staat op scherp. Tegen de avond neem ik mijn eerste Diazepam. Het voelt alsof ik drie Mojitos tegelijk heb gedronken en ik zweef vrolijk weg. Maar mijn pijn gaat niet weg, ik protesteer met dubbele tong dat ik genept ben en val als een blok in slaap. Een ding is winst: ik lig!

Dinsdag: Drie spierverslappers verder ga ik naar Paul. Hij merkt op dat ik beter loop. O ja? En verrek, waar ik dacht dat het niet op schoot, kan ik toch iets meer dan vorige keer. Ik geeft toe dat ik een geheim wapen heb en hij legt uit dat die meuk dus toch een functie heeft. Hij masseert de spieren rond mijn wervels en wiebelt heel voorzichtig elke wervel een beetje los. Hij bereid me vast voor dat hij me, zodra de rug dat toe laat, mij aan het sporten gaat zetten. Tja, dat zat er dik in... Hij praat mij moed in, het gaat even duren, maar het komt weer goed. Ik ga toch weer wat vrolijker de deur uit en bedenk me dat ik sportkleren moet gaan aanschaffen. 

Woensdag: Het voelt iets beter vandaag. Samen met Paul, de pillen en het briefje in de bid-doos gaat het allemaal weer goed komen!

 

 

 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.