Møn

Gepubliceerd op 14 augustus 2021 om 21:26

 

 

We zijn moe en eigenlijk hebben we zin om de hele dag te hangen. Nu is het zo dat ik al jaren roep dat ik die krijtrotsen ooit nog eens moet zien. En we zitten er nu 1,5 uur vandaan. Dus. 

Eerst rustig ontbijten en dan gaan met die banaan. 

We rijden richting het derde eiland Møn. We gaan over een grote brug. Eerst naar boven en dan weer naar beneden om op Møn te komen. Er ligt een lange weg die de eilanden van elkaar scheid. Gewoon in het water gemaakt. Alleen die weg en water er om heen. Het is wonderlijk om te zien. Even later wordt het landschap anders. heuvelachtig. Het is hier prachtig!  We rijden een havenplaatsje in, wat gezellig hier, maar je moet prioriteiten stellen en we rijden verder, recht zo die gaat! Nou ja recht, veel bochten en heuvels en dat voelt als een echte roadtrip. 

Als we bij Møns klint arriveren zien we dat we niet de enige zijn die deze schoonheid willen bekijken. Veel mensen hier en ze hebben allemaal hele sportieve kleren aan. En wandelschoenen enzo. Nu heeft Marike mij al gewaarschuwd door iets over hele zere kuiten te vertellen maar deze mensen boezemen ons pas echt angst in. Wat moeten we in godesnaam gaan doen om die kliffen te kunnen zien? Eens even op de bordjes kijken. De een vertelt iets over 2,5 km. De ander over 15 minuten en iets met trappen. We gaan voor de 15 minuten. We lopen naar de start en zien inderdaad trappen. Heel veel trappen. Ze gaan naar beneden en lopen door tot een punt die wij pas over 15 minuten zullen zien. We kijken elkaar aan en besluiten het er op te wagen. We dalen vrolijk de eerste trappen af en komen onderweg compleet uitgeputte mensen tegen. Zelfs die in fitness-outfit en klimschoenen. Luid hijgend staan ze uit te blazen en met rood aangelopen hoofden kijken ze je aan met een uitdrukking van 'Doe het niet!'. Wij lachen als een boer met kiespijn en ik word steeds stiller want er komt geen eind aan die trappen. Nu heb ik de laatste weken wel mijn best gedaan in de sportschool maar dat was mondjesmaat omdat ik niet mocht overdrijven van Paul. Ik ben ondertussen aan het bedenken wat ik aan Paul ga verklaren als ik terug ben. 

Als we er bijna zijn en onze bovenbenen zelfs van het afdalen al als pap gaan aanvoelen komen we een Nederlands stel tegen die op weg zijn naar boven. Ze staan uit te hijgen. Hij zegt dat hij 100 kilo mee moet slepen maar hij is trots dat hij in iedergeval iets aan zijn conditie doet. Zij zegt, 'Als je straks in de auto zit vind je het weer de moeite waard'. Ik vind het een positieve opsteker en we wensen ze veel sterkte met de klim.

We zijn er! Nu moeten we nog een acrobatische manoeuvre doen om op het stand te komen want er ligt veel water met glibberige dingen. Via een boomstronk en de klif himself wurmen we ons op het strand. Er liggen grote stenen waar we overheen lopen. Daar moet je ook enige behendigheid voor aanspreken. Maar dan staan we stabiel en kijken we naar boven. WAUW het is echt mooi. We genieten een tijdje samen met alle anderen van deze natuurpracht. Ik schiet natuurlijk een paar plaatjes, dan hebben we ook bewijs voor het nageslacht. En dan... 

De klim naar boven gaat beginnen. Na twee trappen zijn mijn bovenbenen al aan het schreeuwen. OMG en ik moet er nog oneindig veel! En doorrrr Na nog een paar trappen verder denk ik dat mijn hart uit mijn borstkas klapt, dus ik pak even mijn momentje. Die momentjes komen er nog vrij vaak. Arjan pakt dezelfde momentjes maar dat doet hij natuurlijk om op mij te wachten. Ergens onderweg de beklimming staat een bankje, ik plof neer op dat ding en hijg me een ongeluk. Ik snak naar water, maar die heb ik achtergelaten want ik dacht: extra balast. Stupid! Oké, de laatste trappen, we gaan er voor. En dan zijn we boven. We zijn heel trots op onszelf. De benen zijn ergens onderweg verdwenen want die voelen we niet meer maar wat zijn wij een bikkels zeg.

Als de sodemieter zwabberen we naar het restaurant om vocht te halen en ik klok mijn flesje water gretig leeg. Eenmaal in de auto zeggen we tegen elkaar dat het het waard was.

We rijden een andere route naar huis en zien leuke weggetjes en liefelijke dorpjes. Møn zeggen we weer gedag en we rijden verder naar onze thuishaven in Falster. Eerst even wat eten nu. Morgen gaan we weer verder met ons laatste stukje van de reis. Ik wil iets achterlaten voor Charlotte om haar te bedanken voor de gastvrijheid en dat wij gebruik mochten maken van haar kleine paradijsje. Charlotte houd van stenen. Het hele huis ligt er mee vol. Ik toog naar het strand en zoek daar een mooie steen uit, in het water liggen er genoeg. Ik maak er een Mandela op en denk dat ze dat wel leuk zal vinden. En Maris zou Maris niet zijn als ik niet een klein tekeningetje achter zou laten in het gasten-schriftje. 

Dan gaan we nu nog even genieten van onze laatste avond in Denemarken. OET MON (fonetisch Fries) 

 

 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.